Tijd

Het mooiste woord op een na van 2014 is moestuinsocialisme. Dat deed me meteen denken aan mijn opa. Hij was groenteboer in Kapelle en achter de winkel, die mijn oma bestierde en de schuur waarin de wagen stond waarmee hij leurde, hield hij een moestuin.

Dat leuren ging vroeger met paard en wagen. De groenten en het fruit zaten in manden die op de kar stonden. Later werd dat een vrachtwagentje met houten veilingkratten van de Kapelse veiling. Aangevuld met producten uit de eigen moestuin. Met zijn wagen tufte hij op zijn gemak langs al zijn vaste adresjes in en rond Kapelle en Goes. Sigaartje er bij, voor iedereen een praatje en als hij in Goes moest zijn, lunchte hij met ons mee. We aten namelijk iedere dag (totdat ik op de Middelbare zat) tussen de middag thuis brood. Als mijn opa mee at dan ging alles op het gemak en met aandacht. Dat was de tijd dat de bakker trouwens iedere dag bij ons thuis brood kwam afleveren. De melkboer kwam eens in de drie dagen langs. Als er die dag niemand thuis was, dan zette mijn moeder het rekje gewoon buiten. Soms met een portemonnee erin(!) en dan kwam het rekje vanzelf gevuld terug bij de voordeur.

Nog tot voor kort reed iedere week de SRV wagen bij mijn ouderlijk huis langs. Diverse boodschappen, vers en verpakt aan boord. Ideaal voor de wat ouder wordende mens. En dus ook voor mijn ouders. Als je niet alle boodschappen met de auto wil doen is de fiets best een uitdaging als je al op leeftijd bent. Toch gaat mijn moeder iedere week naar de markt om groente en fruit en mijn vader iedere paar dagen naar de bakker en de slager. Kleine hoeveelheden per keer, zo is het goed te behappen. En om nu meteen te roepen dat vroeger alles beter was, nee. Het is nu anders en ook leuk.

Bij mij thuis zijn de boodschappen goed geregeld. Man gaat iedere week om groente en fruit. Bij de bakker komen we ongeveer tweemaal per week. Dat redden we net. Bij de kaasboer komen we ongeveer eens per 2 weken en bij de slager wekelijks. Vaak is dat erg gezellig. Praatje hier, even proeven daar. Het is soort van routine geworden. Voor de grote boodschappen gaan we naar de supermarkt of de natuurwinkel. Tuurlijk is het gemakkelijk dat we in de stad wonen. Iemand die nu langs de deur zou komen met brood is nu niet meer houdbaar en denkbaar in ons leven.

Werk, school, sport of andere bezigheden houden ons door de dag heen, vaak buitenshuis bezig. Voor een rondje boodschappen maak ik echt tijd omdat ik dat lekker en leuk vind. Toch lijkt me zo’n moestuin ook wel wat. Beetje schoffelen, beetje zaaien en wat oogsten. Tsja, waar haal ik die tijd dan weer vandaan?