Babbelaar

Mijn opa, de vader van mijn vader, was een bekend figuur in het dorp waar hij met zijn gezin woonde. Hij was oud-ijzer handelaar en reed rond met een paard en wagen. Tijdens de ramp hielp hij mensen weg te komen uit de ondergelopen gebieden. Dat deed hij bij laag water. Hij bracht ze dan vaak naar familie in een ander dorp zodat ze daar tijdelijk konden schuilen. Na de ramp haalde hij oude kachels bij de mensen thuis op. Die waren, omdat ze nat geworden waren, niet meer te gebruiken en kregen destijds geld om nieuwe kachels te kopen. Ik weet nog dat hij jaren later met zijn paard en wagen bij ons in de straat kwam. Iedereen in de straat liep uit. Een paard en wagen voor de deur, dat zag je niet vaak en natuurlijk was ik trots. Later, toen ik buiten Zeeland woonde, viel op een goede dag de post in de bus. Met de VPRO-gids, daar had ik een abonnement op. En, heel bijzonder, mijn opa stond op de voorkant van die gids! Op zijn wagen met de teugels in de hand. Prins, zijn paard, stond ervoor. Waarschijnlijk was dat in het kader van een uitzending over de ramp van 1953. Ik heb die foto nog steeds in een lijstje staan. Hij had ook een zus; tante Maatje. Zij woonde verderop in het dorp in een klein huisje. Ze liep nog in Zuid-Bevelandse dracht en was een doortastende vrouw. Ze maakte altijd zelf babbelaars. Die waren altijd wat donker van kleur en dat vond ik zalig. Ze bewaarde ze in een blikje in de keuken. Ik heb ook wel eens toegekeken hoe ze die hete streng suiker rekte totdat ze er babbelaars van kon snijden. Met de geur van de gekarameliseerde suiker. Heerlijk. Voor 40 babbelaars; 5 ml. water, 250 gr. suiker, 15 gr. roomboter en een scheutje azijn in een steelpannetje en wacht tot de boter is gesmolten en het mengsel diep bruin kleurt. Giet het dan snel op bakpapier en trek er dunne, lange strengen van (dat is heet!) en snij daar snel kleine stukjes vanaf. Ik maak ze zelf ook nog wel eens. Maar toch smaken ze niet meer zo als toen bij haar. Op 26 oktober verschijnt het Zeeuwse Babbelaarboek bij uitgeverij Het Paard van Troje uit Goes. Het werd bedacht en gemaakt door Martien Luteijn en Margot Verhaagen. Gijs Haak maakte er prachtige foto’s bij. Het staat vol verhalen, recepten, foto’s van blikjes verzamelingen en herinneringen aan de babbelaar van vroeger. Daarnaast staan er recepten van nu in die bedacht en gemaakt werden door studenten van FoodLab van Scalda. Dat maakt het een boek om van te smullen.