wie zoet is krijgt lekkers
Het mag weer nu de Sint bijna in het land is. Marsepein! Ze liggen weer overal bij de betere bakkers; marsepeinen varkens. Die traditie stamt nog uit de tijd dat november de slachtmaand was. Destijds een periode van overvloed na het harde werken op het land en een periode waarin flink geschranst kon worden als buffer voor de lange, koude winter. Dit inspireerde Duitse suikerbakkers in Amsterdam rond 1850 om van gemalen amandelen en suiker marsepeinen varkentjes te maken. Dat sprak de mensen destijds erg aan. Banketbakker Peter Bliek maakt ieder jaar zelf zijn marsepeinen varkens. Dan liggen er varkentjes met biggetjes op de toonbanken. ‘Het marsepein maak ik zelf van 1 deel suiker en 3 delen fijn gemalen amandelen en wat eiwit voor de stevigheid,’ vertelt hij trots. Alleen de beste amandelen komen hier voor in aanmerking en die maal ik zelf. De varkens die ik van de marsepein maak wegen zo’n 7,5 kilo per stuk. Dit jaar gaan er meer dan 10 marsepeinen varkens doorheen.’ Vooral een ouder publiek houdt erg van deze traditie, zo weet hij. ‘Die kregen dit mee van vroeger. Zij letten ook meer op kwaliteit en kopen de marsepein daarom bij de echte bakker.’ Dit zijn drukke tijden voor Bliek en zijn team. ‘We werken nu ook de zondagen door om alles af te krijgen, want het maken van marsepein en de marsepeinen figuurtjes is een tijdrovend en een arbeidsintensief werkje. Maar het is wel erg leuk om te doen al dat gepriegel. Je kunt er in ieder geval je creativiteit goed in kwijt.’