beschuitbol

De beschuitbol klinkt ontzettend Nederlands en dat is ie in principe ook. Het woord beschuit is afgeleid van het het Latijnse woord biscoctus, waar we ook de Italiaanse ‘biscotti’ van kennen. Biscoctus betekent twee keer gebakken en zo wordt het beschuit gemaakt, zoals bijvoorbeeld bij bakker Slager in Sint Annaland op Tholen. “Beschuit is het resultaat van een bakproces waarbij brood twee keer wordt gebakken. De beschuitbol is het tussen-proces, het beschuit na een keer bakken.” Sarina Slager van bakkerij Slager uit Sint Annaland eet de beschuitbollen het liefst met een plak kaas maar weet dat veel van haar klanten de beschuitbollen met suiker eten. “We bakken ze met alleen eierdooiers,” zegt ze. “Het lijkt een broodje maar het het heeft toch echt een andere smaak. Mijn man, de bakker, bakt de beschuitbollen nog handmatig. Over ieder bolletje deeg wordt op de plaat een beschuitdop gezet. Ze rijzen zo verder in de oven en krijgen zodoende deze vorm. Op het dorp hebben we hier een vaste klantenkring voor de beschuitbollen, en in tegenstelling tot vroeger is het geen bijzonderheid meer.” Dat komt mede doordat de mensen tegenwoordig alle dagen bijzonder brood kunnen krijgen. “Was krentenbrood vroeger echt iets voor op de zondag, nu eten mensen het bijna iedere dag,” legt ze uit. “We maken overigens ook zelf het Zeeuws beschuit. Dat is wat harder en dikker en kruimelt minder dan gewoon beschuit. Dat komt omdat we er geen suiker in verwerken. Dat maakt dat het veel puurder van smaak is.”