Stoofperen; een heerlijk herfst hapje

IMG_0895

Bij mijn ouders in de tuin staat een boom vol met stoofperen. Zwijndrechtse wijnperen. Ieder jaar hebben ze er een grote oogst van en wij genieten daar van mee. Mijn vader en moeder schillen de meeste van de peertjes zelf en stoven ze dan. Ook voor ons. Dat is heerlijk want hun huis ruikt dan dagen naar de gestoofde peertjes. En samen peren schillen aan de tafel is een gezellige bezigheid. Al is het monnikenwerk, die kleine peertjes. Mijn ouders doen ze ook in potten zodat je er nog het hele jaar plezier van kunt hebben. Een gedeelte van de peren schillen we trouwens zelf. Het is voor hen best veel werk aan het worden, zo’n perenoogst. Toch is het een heerlijk herfst hapje, een stoofpeer. De meest geteelde en verkochte stoofpeer is de Gieser Wildeman. Die groeien op Zuid-Beveland in grote getale. Zuid-Beveland is trouwens een fruit-regio bij uitstek. Dat komt door het zeeklimaat waardoor er minder nachtvorst voorkomt, wat bevorderlijk is voor het telen van fruit. En dus ook stoofperen. Je kunt ze met alle herfstgerechten combineren. Ze passen goed bij stoofvlees, rode kool, kip, lam en natuurlijk bij wild, zoals hert. Maar een stoofpeer smaakt ook goed in een vegetarisch menu zoals bij een kaaskroket of gebakken brie. En wij eten ze ook als toetje. De Mannen zijn er allemaal dol op. Heerlijk met een flinke lepel mascarpone en eventueel wat kaneel likeur. Ik laat de peer voor deze gelegenheid wel heel. Dan moeten ze wel wat langer stoven, maar zo’n hele peer ziet er erg leuk uit op het bord. Overigens kom je met stoofperen niet zo snel met de gebakken peren te zitten. Dat betekent dat de gasten niet komen opdagen, ondanks dat je lekker gekookt hebt. Gebakken peren golden in vroeger eeuwen als lekkernij. Een andere uitleg is dat je met onaangename gevolgen ergens van zit en dat je ergens voor op moet draaien. Ach, als de gasten dan toch niet komen dan draaien we er graag voor op om zelf al die stoofperen op te eten. Al is dat nog nooit voorgekomen gelukkig. Neem een kilo stoofpeertjes en schil ze met een dunschiller. Laat het steeltje er aan. Ze kunnen in partjes worden gesneden en worden ontdaan van de klokhuizen. Ik laat ze liever heel. Doe ze in een pan en zorg dat ze onder water staan. Doe er wat citroenrasp, wat suiker, een kaneelstokje, wat steranijs en een flinke scheut rode wijn bij. Dat laatste bevordert het verkleuren van de peertjes tot roze rood omdat de zuurgraad van de peer door het koken verandert. Breng de peren aan de k ook en zet ze vervolgens 1,5 a 2 uur op een laag vuur. Partjes zijn een half uurtje eerder gaar. warm of koud; altijd een heerlijk hapje

2 Comments