Lekker eten hoeft niet duur te zijn of hoe een kerstmenu lekker en Zeeuws zuunig kan

Lekker eten hoeft niet duur te zijn. Dat is goed nieuws in deze dure decembermaand. Als je een beetje uitgekiend Zeeuwse producten inkoopt, kun je voor niet al te veel geld een mooi kerstmaal op tafel toveren. Ik geef graag een paar tips om een goede keuze te maken uit lekkere Zeeuwse ingrediënten. Daarmee kun je aan de slag om een goed, voedzaam, goedkoop menu, dat ook nog eens feestelijk is, op tafel te toveren. Een ander voordeel; na het maken van deze gerechten ruikt de keuken en de rest van het huis heerlijk van al dat gepruttel, gebak en gestoof.

Men neme als voorgerecht een peer. De peren van Zuid-Beveland zijn wijd en zijt bekend omdat ze zo sappig zijn. Bijvoorbeeld de Doyenne du Comice. Behandel de peer voorzichtig en zorg dat deze goed rijp is. Schil de peer, en snij deze in twee helften. Haal het klokhuis eruit en besprenkel de peer met wat citroensap. Doe wat boerensmeerkaas met kruiden in de holte. Strooi daarop wat verkruimelde Zeeuwse walnoten. Een paar blaadjes sla erbij om het af te maken. Een mooi en smakelijk voorgerecht. (kosten plm. €1 p.p.)

Een tweede voorgerecht is een optie; het hoeft niet maar het mag wel. Ik bedacht er een lekker visje voor, op een bedje van knolselderijpuree. Koop bij de plaatselijke visboer een stukje niet al te dure vis, zoals rode poon. Laat de vis fileren. Schil de Zeeuwse knolselderij en snij deze in stukjes. Kook zoals aardappelen en voeg een lekkere scheut room en een klont Zeeuwse roomboter toe. Stamp tot puree en breng op smaak met zout, peper en wat nootmuskaat. Kook intussen een paar worteltjes, ze mogen heel blijven. Zout de visfilets en bak ze even kort op de huid. Leg wat van de puree op het bord met daarop de visfilet. Snipper er wat peterselie over heen en leg er de worteltjes en een schijfje citroen bij. (kosten: plm. €1,50 p.p.)

Als hoofdgerecht een hertenstoof voor van een hert dat hier in Zeeland werd geschoten. Bij mijn slager te koop voor slechts €8 per kilo. Dit gerecht behoeft heel weinig aandacht, dus maak er lekker veel van. Het vlees aanbakken en er dan een flinke scheut rode wijn, een laurierblad, wat kruidnagelen, twee plakken ontbijtkoek (voor de binding) en wat jeneverbessen bij doen. Laat ongeveer 2 á 3 uur sudderen. Neem Zeeuwse aardappelen en snij ze in partjes. Ongeschild mag; dan wel goed wassen. Besprenkel de partjes met olijfolie, zout en wat tijm. Zet ze ongeveer 60 minuten in een voorverwarmde oven op 180C. Maak voor er bij rode kool met appeltjes. Beiden van het Zeeuwse land natuurlijk. Een zelf gestoofd peertje maakt het feest compleet. (kosten plm. €2,00 p.p.)

Dan
: een warme appelbol. Schil een Zeeuwse appel, bijvoorkeur een goudreinet, en haal het klokhuis eruit. Vul dan met krentjes, een scheutje drank. Bestrooi met kaneel, wat klein gemaakte walnoten en bruine suiker. Vouw de appel in het bladerdeeg en bestrooi de bovenkant met bruine suiker. Zet dit 35 minuten in de oven. Zalig met een bolletje babbelaarijs erbij. (kosten plm. €1,00 p.p.)

De volgende dag kunnen er nog restjes over zijn. Maak er eventueel wat extra gebakken aardappelen en wat zelfgemaakte appelmoes bij. Wel van Zeeuwse appels natuurlijk.